Oorspronkelijk is dit bericht gepost in mei 2014. Iedere keer kom ik weer terug op dit gedicht van Lorca. Ik startte er mee in 1995 en maakte toen dit olieverfschilderij van mijn vriendin Edith.
Vlucht maan vlucht!
In 1998 maakte ik, alweer geïnspireerd door het gedicht drie monoprints gedrukt op rijstpapier, 70 x 90 cm. De prints en het schilderij waren goed weggeborgen en nooit meer gezien, tot ik ze in 2014 weer ergens vond, de prints in een map, het schilderij opgerold (nog steeds trouwens).
Ik raakte steeds geïntrigeerder door Lorca, kocht in 2002 in Griekenland een cd met gedichten van Lorca op muziek gezet door Theodorakis en gezongen door Maria Farandouri. En nu heb ik, omdat ik alles weer tegenkwam de verzamelde gedichten van Lorca aangeschaft.
Hieronder heb ik een poging gedaan om het Spaans te vertalen naar het Nederlands met behulp van woordenboeken, oude vertalingen op internet gevonden en natuurlijk, google translate.
Originally this message was posted in May 2014. Every time I come back to this poem by Lorca. I started in 1995 and then made this oil painting from my friend Edith.
Flight moon flight!
In 1998 I printed, inspired by the poem, three monoprints on rice paper, 70 x 90 cm. The prints and the painting were so well stored away and never seen again, until I found them somewhere in 2014, the prints in a folder, the painting rolled up (still by the way).
I became increasingly intrigued by Lorca, bought in 2002 in Greece a CD with poems by Lorca put to music by Theodorakis and sung by Maria Fanrandouri. And now I have, because I encountered everything again, bought the collected poems of Lorca.
Below I have attempted to translate Spanish into Dutch using dictionaries, found old translations on the internet and of course, google translate.
Romance de la luna, luna
Para Conchita García Lorca
La luna vino a la fragua
con su polizón de nardos.
El niño la mira, mira.
El niño la está mirando.
En el aire conmovido
mueve la Luna sus brazos
y enseña, lúbrica y pura,
sus senos de duro estaño.
Huye Luna, luna, luna.
Si vinieran los gitanos,
harían con tu corazón
collares y anillos blancos.
Niño, déjame que baile.
Cuando vengan los gitanos,
te encontrarán sobre el yunque
con los ojillos cerrados.
Huye Luna, luna, luna,
que ya siento sus caballos.
Niño, déjame, no pises
mi blancor almidonado.
El jinete se acercaba
tocando el tambor del llano.
Dentro de la fragua el niño,
tiene los ojos cerrados.
Por el olivar venían,
bronce y sueño, los gitanos.
Las cabezas levantadas
y los ojos entornados.
¡Cómo canta la zumaya,
ay, cómo canta en el árbol!
Por el cielo va la Luna
con un niño de la mano.
Dentro de la fragua lloran,
dando gritos, los gitanos.
El aire la vela, vela.
El aire la está velando.
Federico Carcía Lorca
de: Primer romancero gitano
Romance van de maan, maan
Voor Conchita García Lorca
De maan kwam naar de smidse
met haar witte rozen rokken aan.
De jongen blijft maar naar haar kijken.
Hij staart en staart haar aan.
In het trillen van de lucht
beweegt de maan haar armen
en toont, licht en puur,
haar borsten van hard tin.
Vlucht Maan, maan, maan.
Als de gitanos komen
maken ze uit je hart
witte ringen en hangers.
Jongen, laat me, laat me dansen!
Wanneer de gitanos komen
vinden ze jou op het aambeeld
met je ogen dicht in slaap.
Vlucht Maan, maan, maan,
ik hoor de paarden draven!
Jongen, laat me, ga niet op
mijn smetteloos wit staan!
Roffelend op de trom van de vlakte
nadert de man op het paard.
De jongen ligt in de smidse
met gesloten ogen in slaap.
Door de olijvengaarde komen
brons en droom, de gitanos.
Met hoog opgeheven hoofden
de ogen half gesloten.
Hoe de nachtzwaluw zingt,
Oh, hoe hij in de boom zingt!
Langs de hemel gaat de maan
met een jongen aan de hand.
In de smidse huilen
klagend de gitanos.
De wind, zij waakt zij waakt.
De wind waakt over haar.
Federico García Lorca
uit: eerste zigeunerliedboek